Lieve lezer,
Lamlendig, koud, duister en zwaar.
Zo voelt het tijdens het eten. Elke hap is een eindeloze weg, elke calorie een groot gevecht. Het eten voelt zwaar, letterlijk en figuurlijk. Je ziet hem gaan, die hap. Hij kijkt je aan en zaait paniek. Is hij binnen dan voelt hij fout. Je voelt je dik, zwaar en veel te veel. Gevoelens en gedachten overheersen. Stromen kriskras door je hoofd en lijf. Je voelt je onrustig, lamlendig en ongelukkig. Overheersend is het schuldgevoel. Die hap had daar niet mogen zijn, die calorie had jouw lichaam niet mogen betreden, dat eten had geen plekje binnenin jou mogen krijgen.
Maar hij zit er. Dapper vast geworteld op een plekje in jouw maag. Doorloopt de verschillende stadia van voedsel in jouw lichaam, zo lang jij hem die weg gunt. Zo lang jij het proces niet versneld of weer omkeert.
Zo lang jij jouw lichaam niet weer ontdoet van dat ene hapje eten.
Alleen, kill, donker en vergaan.
Zo voelt het zonder eten. Een alleen en donker plekje. Een veilige wereld, maar wel een kille wereld. Een wereld waarin je langzaam lijkt te vergaan. Die je opslokt en niet meer loslaat. Het monster dat langzaam jouw gedachten en gevoelens overneemt, en ze nooit meer teruggeeft.
Elke minuut, elk uur, elke dag zonder eten voelt goed. Al groeit langzaam dat schuldgevoel. De wens naar een weg terug. De wil tot verandering. Het verlangen naar iets beters. Een betere wereld die jou niet wordt gegund. Een betere wereld die jij niet mag betreden. Jij hoort daar niet, jij moet verdwijnen. Jij verdient geen plek op deze wereld en moet wegblijven.
Jij moet zinken, steeds dieper en dieper, de eindeloze afgrond in.
Verward, klein, inktzwart en vol pijn.
Het gevoel van het gevecht. Elke twijfel is een worsteling, elk gevoel een steek onder water. Elke gedachte maakt het moeilijker en elke seconde duurt langer. Het is tasten in het duister. Zoeken in een inktzwart gat. Reiken naar iets dat je misschien nooit zult bereiken. Je bent zo klein, voelt je zo zwak. Alles om jou heen is zo veel zwaarder, zo veel gevaarlijker, zo veel enger.
Steeds krabbel je omhoog, om vervolgens weer de afgrond in te storten. Steeds geef je een teken van leven, om vervolgens weer te verdwijnen. De pijn, de verwarring, de zwaarmoedigheid. Het wil niet, het gaat niet, het lukt niet. De angst, het gevaar, de kou. Het overmeestert je en laat je niet meer los. Het laat je niet gaan. Houd je vast en gevangen.
Alleen in het donker. Kill in een hoekje. Wat misschien wel beter voelt dan de onbekende duistere zwaarte die elders op je wacht.
Liefs Isa.