Ik wil dit niet meer,
ik kan dit niet meer.
Het lukt me niet meer,
het gaat niet meer.
Dit kan ik niet,
dit lukt me niet.
Ik wil zo veel, ik wil het zo graag goed doen.
Alles moet perfect, alles moet kloppen.
Falen mag niet, stoppen is geen optie.
Maar ik wil het niet meer...
Ik zou er zo graag even uit willen stappen.
Gewoon even stoppen.
Beter worden, van mezelf gaan houden, ruimte krijgen.
Ruimte om mijn studie te volgen.
Ruimte om er voor anderen te zijn.
Ruimte om problemen op te lossen.
Ruimte om te leven...
Ik wil zo graag los laten.
Stoppen met het vastklampen, stoppen met proberen.
Alles uit mijn handen laten vallen, zelfs mezelf.
Ik wil mezelf niet meer vasthouden, dat gaat niet meer.
Het lukt niet meer,
ik kan het niet meer.